onder ladders door
de statische aaneenknoping van
hout en ijzer, mijn zijn,
loopt de gedachte dat wij
verloren
als de nachten van dansen
en teveel wijn
waarin ik opga en blijf
waar het spant en deint van kansen
maar niemand kijkt echt
per ongeluk botsen ze
tegen me aan, kijken me na
even
om dan weer in de menigte
te verdwijnen
en zonder woorden zeggen zij
de stilte op, en ik
ik raak je kwijt
in die belofte
zwerf rond in de
bocht tussen
wat het is en
zou kunnen zijn
onbezonnen
geef me gewonnen aan
wat ik niet
verliezen kon
wetend dat wanneer
ik op zou kijken
de wijzers nog altijd
naar boven rijken
verlicht
zoals de straat nadat
het feest verlaten en
vol lege glazen voortbestond
zo loop ik door
nu, hier
volgens een pad
in twijfel geborgen
terug naar
het begin van
de vorige morgen waar
ik wakker werd
in de weelde van
weten waar ik stond
en met half open ogen
draaide ik me om
je adem was de waarheid
die vertelde dat dit kon.
W.A.U.W. ! (Dit vind ik mooi, dus.)
BeantwoordenVerwijderenHoi, ik heb hier eens gelezen maar wat een prachtige gedichten schrijf je!
BeantwoordenVerwijderen